‘Wat voor werk doe je eigenlijk?’ Die vraag wordt vaak gesteld. Dat is ook niet zo gek, want werk beslaat een groot deel van ons leven en we ontlenen er onze identiteit aan. Misschien is dat de reden waarom veel mensen het lastig vinden om een keuze te maken voor een (nieuwe) baan. Want: hoe weet je nu zeker of die leuke job echt bij je past? En hoe kom je tot die beslissing? Mark Dekker, organisatieadviseur bij ECM Dialoog voert dagelijks gesprekken met werkzoekenden en geeft antwoord op die vraag.
‘Mensen maken steeds bewuster een keuze voor een baan’, ziet Mark. ‘Vroeger was het gebruikelijker dat je in de voetsporen van je ouders trad. Was je vader schilder, grote kans dat jij dat dan ook werd. Moeder werkte in de zorg? Aannemelijk dat ook jij in die sector ging werken. Daarnaast bleven mensen vaker binnen hun eigen vakgebied werken. Werd je opgeleid tot timmerman, dan bleef je je hele leven timmerman. En veel mensen werkten het grootste gedeelte van hun werkzame leven voor dezelfde baas. Dat gebeurt tegenwoordig zelden meer. Je hebt als werkzoekende, zeker in deze tijd van personeelstekorten, veel meer kansen en mogelijkheden. Dat maakt dat je je blikveld kunt verruimen en eenvoudig kunt switchen van baan en zelfs van vakgebied.’
Identiteit
Dat er meer kansen en mogelijkheden zijn, is aan de ene kant een zegen. Mark: ‘Aan de andere kant: de keuze is reuze. Wat moet je dan kiezen? En hoe kies je? Zeker als je beseft dat werk een deel van onze identiteit is. Het gaat om wie je bent. Of het nu terecht of onterecht is, aan werk hangt gewicht. Dat zorgt voor druk om de juiste keuze te maken. En een goede baan zoeken, is ook lastig. Zeker als je jong bent en je moet bedenken wat je gaat studeren en wat je later wilt worden. Je hebt meestal weinig levens- en werkervaring, waardoor je ook niet goed weet wat je leuk vindt, waar je goed in bent en welke competenties je hebt. Mocht je echt niet weten wat je wilt worden, dan geef ik als tip: kies een studie die je leuk vindt en waar je veel kanten mee uit kunt. Daarnaast is een specifiek diploma niet altijd meer bepalend voor de uiteindelijke baankeuze.’
Vastzitten
Mark spreekt ook veel mensen tussen de 30 en 40 jaar, en boven de 50. ‘Die eerste groep wil switchen omdat ze erachter komen dat hun huidige baan toch niet bij hen past. De tweede groep wil graag switchen omdat ze nog een keer iets anders willen doen. “Maar wat dan”, is dan de vraag die ze vaak aan me stellen. Vaak hebben ze niet echt een plan. Ik vraag dan altijd eerst waarom ze iets anders willen. Wat is er in je huidige baan aan de hand waardoor je zegt: “Ik ben het zat.” Vaak gaat het dan om bepaalde werkzaamheden waarop iemand leegloopt, de sfeer, een leidinggevende waarmee het niet klikt, die leuke collega die je werkdag maakte, is weg, of je wilt gewoon een stapje hogerop. Als je dat eerst voor jezelf inzichtelijk maakt, weet je voor je volgende baan wat je in ieder geval niet wilt of wat je juist wél zoekt. Mensen die niet weten wat ze willen, kunnen ook een loopbaantraject volgen of testen doen op internet. Daarin ontdek je wat je competenties en vaardigheden zijn en welke beroepen er bij je zouden passen. Meestal wordt dan bevestigd wat je zelf diep van binnen al wist. Het is aan te bevelen om iemand te zoeken die met je meedenkt. Soms kun je vastzitten in je eigen ideeën. Als iemand van buitenaf out of the box meedenkt, kun je zomaar tot verrassende inzichten komen. Als je echt wilt investeren in het maken van een keuze voor je volgende baan, dan kun je kiezen voor een uitgebreid assessment door een gedragswetenschapper of psycholoog. Zij kunnen alle facetten van je kwaliteiten, competenties en persoonlijkheid analyseren. Zij zijn nog beter in staat om een goed persoonlijk profiel op te leveren. Daarnaast is het ook niet gek om aan iemand die jou goed kent te vragen: “Zie jij mij hier werken?” Of: “Denk je dat ik geschikt ben voor dit vak?”’
Ideaalplaatje
Soms is iemand zo breed geïnteresseerd of is het gewoon lastig kiezen wanneer meerdere vacatures lijken aan te sluiten. ‘Kijk dan naar welk bedrijf je wilt werken. Stel jezelf eerst veel vragen en wees eerlijk naar jezelf. Werk ik liever bij een groot of klein bedrijf? Hoe ziet het team eruit? Wil je liever in de buurt werken of vind je een stuk rijden wel fijn? Is thuis werken belangrijk voor je? Hoe ziet je werkomgeving eruit? Hoe is de cultuur? Wil je een papadag? Is salaris juist heel belangrijk voor je? Of liever meer vakantiedagen? Hoe lang wil je er blijven werken? Wil je doorgroeimogelijkheden? Welke andere verwachtingen heb je? Wat wil je absoluut niet? Wat absoluut wel? Schrijf de antwoorden op dit soort vragen op, want dan kun je een goede match maken. Schets je eigen ideaalplaatje en ontdek hoe je daar zo dicht mogelijk bij komt. In elke leeftijdsfase heb je wellicht weer andere behoeftes, dus denk daar ook over na als het gaat om de lange termijn. En soms blijkt ook dat iets wat je graag wilt gewoon niet kan. Dan kun je jezelf de vraag stellen: welke eisen mogen overboord? Als je echt niet weet wat je wilt en het antwoorden op deze vragen lastig is, geef ik als tip om tien vacatures te zoeken. Schrijf dan op wat je aanspreekt en wat niet. Uiteindelijk is het zoeken naar een passende baan vaak een kwestie van afstrepen. Als je uiteindelijk een keus hebt gemaakt, loop dan een dagje mee bij het bedrijf. Je krijgt dan al een goede eerste indruk. En om te relativeren: je weet nooit honderd procent zeker of een baan écht bij je past!’
Valkuilen
Als het gaat om het zoeken naar de ideale baan, ziet Mark ook valkuilen. ‘Staar je niet blind op salaris. Soms moet je het gewoon doen en laten zien dat je meer waard bent. Een baan is ook niet alleen maar leuk. Twintig procent van de taken die bij een baan horen, kosten jou energie. Tachtig procent moet jou juist energie opleveren. Als die verhouding bijvoorbeeld 50/50 is, ga je het niet lang volhouden. In deze arbeidsmarkt is dat ook niet nodig, want er zijn genoeg banen. Maak niet te snel een keuze of een keuze op de gok. Twijfel ook weer niet te lang. Soms mag je ook gewoon varen op je onderbuikgevoel. Ik zie ook nogal eens dat mensen uiteindelijk afknappen op hun baan met redenen die ze eigenlijk van tevoren al konden weten. Bijvoorbeeld een juf die een switch maakt en ineens minder vrije dagen heeft en daarvan baalt. Of dat reistijd je opbreekt, terwijl je van tevoren al wist dat je niet wilde reizen. Als je een (nieuwe) baan kiest, breng dan duidelijk de voor- en nadelen in kaart, en ook de consequenties die daaraan verbonden zijn. Zo voorkom je teleurstelling voor jezelf en voor de werkgever.’
Ja, een baan is belangrijk. Maar volgens Mark is het ook niet nodig om jezelf te veel druk op te leggen. ‘Fouten maken mag. Als je er toch achter komt dat die baan niks voor je is, kun je daar uiteindelijk ook weer van leren. In ieder geval weet je dan wel wat je niet wilt!’